Certificering recyclinggranulaten
Korrelmix® was het eerste keurmerk voor recyclinggranulaten, gebaseerd op het certificatiesysteem van Stichting Kwaliteitsborging Korrelmix (SKK). Dit keurmerk werd door BRBS Recycling al in de jaren '80 van de vorige eeuw ontwikkeld om de kwaliteit van de producten in de sector te verbeteren. Toen in 1995 een start werd gemaakt met het IPO interimbeleid als voorloper van het in 1998 van kracht geworden Bouwstoffenbesluit (later: Besluit bodemkwaliteit) is het landelijke certificaat BRL 2506 ontstaan, waarin veel van SKK werd overgenomen. Voor het aantonen van conformiteit met het Besluit bodemkwaliteit is certificatie de meest geeigende methode en daarom is certificatie nog steeds een logische keuze.
Aanvankelijk dekte het certificaat zowel civieltechische als milieuhygienische kwaliteit af, maar door de introductie van CE markering werd in 2017 het certificaat gesplitst in een NL-Bsb milieudeel en een civieltechnisch KOMO deel. Hieruit ontstonden BRL 2506 delen 1 en 2.
Door de splitsing van de BRL is het niet altijd duidelijk wat nu de waarde is van de certificaten en wat de relatie is met CE markering.
- BRL 2506 deel 1: dit is het KOMO productcertificaat. Dit certificaat dekt de civieltechnische kwaliteit af van de producten. Er zijn vele soorten recyclinggranulaten en toepassingen in deze BRL opgenomen. Producten: meng-, beton-, metselwerk- hydraulisch-, fijn- en asfaltgranulaat. Toepassingen toeslagstoffen voor wegfunderingen, ophogingen en aanvullingen, beton, asfalt, drainagemateriaal, waterberging, straatlaag. Per combinatie van product en toepassing zijn er in de BRL eisen opgenomen: testmethoden, keuringsfrequenties, etc. De producteisen zijn afkomstig uit geaccepteerde normdocumenten, zoals NEN normen, de Standaard RAW Bepalingen en CUR Aanbevelingen. Door de koppeling met de Standaard RAW Bepalingen en met de introductie van de Wet Kwaliteitsborging voor de Bouw is dit certificaat onmisbaar om de conformiteit met bestekseisen en standaard normen voor de bouw aan te tonen.
- BRL 2506 deel 2: dit is het Nl-Bsb certificaat dat de milieukwaliteit afdekt volgens het Besluit bodemkwaliteit. Dit document is geheel opgesteld volgens de wettelijke eisen en erkend door het Ministerie. Bouwstoffen moeten bij toepassing buiten in contact met hemel-, oppervlakte- of grondwater aantoonbaar voldoen aan deze eisen. Er wordt getoetst aan alle milieuparameters die het Besluit bodemkwaliteit oplegt en voldoet aan de voorschriften voor monsterneming, analyse (AP04) en keuringsfrequenties. Het certificaat is de basis voor de afgifte van de Milieuverklaring (in dit geval de Erkende Kwaliteitsverklaring) door de producent.
- CE Markering: dit is verplicht vanwege de Europese Bouwproductenverordening. Deze verplicht tot het opstellen van een prestatieverklaring en op of bij het product moet de CE markering worden aangebracht. De prestatieverklaring en CE markering zeggen niets over de geschiktheid voor een bepaalde toepassing. Dat is een groot verschil met het certificaat en daarom is het altijd van belang het certificaat op te vragen. In 2025 is de Bouwproductenverordening 2024 van kracht geworden. Hierdoor moeten op relatief korte termijn (enkele jaren) ook prestatiekenmerken over de milieukwaliteit worden opgenomen: emissie (uitloging en samenstelling) van milieuparameters en duurzaamheidsaspecten vanuit de Levenscyclusanalyse.
Het certificaat staat onder controle door certificatie-instellingen. Deze bezoeken de certificaathouders gemiddeld 4 keer per jaar en controleren de bedrijven op onaangekondigde tijdstippen op het naleven van de BRL. Daarbij worden ook monsters genomen en analyses van het product uitgevoerd. Alles volgens omschreven methoden en frequenties. Wanneer het certificaat niet goed wordt nageleefd worden "afwijkingen" gerapporteerd die afhankelijk van de zwaarte binnen een bepaalde tijd moeten worden opgelost. Uiteindelijk kan het certificaat (tijdelijk) worden geschorst en als de afwijkingen blijven bestaan kan het certificaat worden ingetrokken.
De certificatie-instelling controleert niet op de CE markering; dit is voorbehouden aan notified bodies. In de praktijk zijn dit vaak dezelfde instellingen, maar de bevoegdheden verschillen. Vermengen van certificatie en CE markering is niet toegestaan. Bij CE markering zijn er verschillende systemen voor de externe controle. Meestal wordt het zogenoemde systeem 4 gebruikt wat betekent dat er geen externe controle is, dus dan wordt geen notified body ingeschakeld. Bij systeem 2+ wordt 1x per jaar gecontroleerd of de procedures van de betreffende Europese productnorm worden nageleefd. De productent geeft dan op de prestatieverklaring aan dat er externe controle is. Dit bestaat uit een papieren controle, maar zonder monsterneming of analyse, dus ook zonder controle of het product conform de verklaarde waarden wordt geleverd.
Door de complexe wetgevingen vanuit Europa (Bouwproductenverordening) en Nederland (Besluit en Regeling bodemkwaliteit en Regeling Einde afval recyclinggranulaten) is een hele papierwinkel nodig om de kwaliteit van recyclinggranulaten aan te tonen.
Het mag duidelijk zijn dat het certificaat (delen 1 + 2!) de meeste waarborg geeft voor de kwaliteit van de producten. Daarom is het wenselijk dat opdrachtgevers vragen om de certificaten voor zowel de delen 1 als 2. Alleen dan kan er vanuit worden gegaan dat het product goed is. Sinds de aanpassing van de Regeling bodemkwaliteit in 2024 moet in de handel en bij toepassing de "Erkende Kwaliteitsverklaring" gehanteerd als bewijsmiddel voor de milieukwaliteit. Dus gaat het om de combinatie van het KOMO certificaat en de Erkende Kwaliteitsverklaring als bewijs dat het product geschikt is voor toepassing.
De actuele BRL-en en interpretatiedocumenten, register van gecertificeerde bedrijven en meer is te vinden op www.brl2506.nl.